Integriteit: kent Nick Kyrgios de betekenis daarvan wel?
Doping! Ik schreef al vaak over dat heikele onderwerp. Met controversiële standpunten en dus afkeurende reacties tot gevolg. Niet zo gek, het is en blijft materie die voor tegenstrijdige en heftige meningen zorgt.
Mijn standpunt is al jaren, héél beknopt – en hier even zonder al te veel nuance – samengevat: misschien wel toestaan omdat het nu eenmaal onlosmakelijk met topsport is verbonden, een veelheid van atleten in tal van sporten zich eraan bezondigt, de gezondheid van atleten hun eigen verantwoordelijkheid is en we als samenleving ons wellicht de moeite en kosten voor de vaak kansloze jacht op de ‘zondaars’ moeten besparen.
Máár, zo teken ik er direct bij aan, zolang daar nog geen consensus over is en we doping als ontoelaatbaar blijven zien, moeten overtreders wél worden aangepakt. Volgens het simpele principe: regels, schending, straf. Dat betekent dus ook dat er voor Jannik Sinner en Iga Swiatek een gepaste sanctie moet komen áls wordt bewezen dat ze te kwader trouw handelden. De Italiaan testte twee keer positief, maar kon blijkbaar aantonen dat een en ander per abuis in zijn lijf terechtkwam. Het WADA tekende beroep aan, zodat hij alsnog twee jaar schorsing kan krijgen. Swiatek werd mild gestraft, omdat ze kennelijk ook een goede verklaring had voor de aangetroffen stoffen, en heeft die inmiddels uitgezeten.
Sinds Lance Armstrong weten we dat sportbonden bij een of meerdere grepen uit de pot met verboden snoepgoed nog wel eens de andere kant op kijken, bevreesd als ze zijn voor imagoschade. De Amerikaan gaf in 2013 toe dat hij de Tour de France zeven keer won met gebruik van epo. Die bekentenis was niet dankzij, maar ondánks de UCI. De wielerbond wilde hét uithangbord van de sport in de VS nooit betrappen en straffen, het is slechts aan de ‘heksenjacht’ van de Amerikaanse dopingautoriteit USADA te danken dat Armstrong in razende vaart van zijn voetstuk donderde.
Ja, zo zou het theoretisch ook kunnen zijn gegaan met Sinner en Swiatek. Twee voorbeeldfiguren in de sport, die door de internationale bond in bescherming worden genomen. Uit angst voor besmeuren van de reputatie van het tennis. Al vraag ik me af of de kwestie dan niet volledig in de doofpot zou zijn gestopt.
Er zijn hoe dan ook nog wel vraagtekens in die kwesties. Maar de láátste die ik daarover wil horen briesen, is Nick Kyrgios. De Australiër stelt naar aanleiding van de zaak-Sinner en -Swiatek zonder met de ogen te knipperen dat ‘de integriteit van het tennis verschrikkelijk is’. En: ‘Het plaatst het tennis in een slecht daglicht’.
Integriteit. Mooi woord. Prachtige eigenschap ook. Ik vraag me alleen af of de Australiër de betekenis ervan kent. Hij leefde er de afgelopen 10 jaar op de baan in elk geval niet naar. Een slechter voorbeeld voor de sport, zeker voor jeugd, kan ik zo 1-2-3 niet opnoemen. Ja, hij doet ontegenzeggelijk mooie dingen met bal en racket. Maar ook vreselijke. En zijn gedrag eromheen (ook dat van anderen trouwens) is vaak stuitend en getuigend van een immens gebrek aan… inderdaad, integriteit.
Kyrgios anticipeert, zo slim is-ie wel, bij zijn uitspraken over Sinner en Swiatek al op criticasters die op zijn eigen gedrag wijzen. ‘Ik weet dat mensen liever hebben dat ik er niet over praat, maar ik wil eerlijk zijn. Twee wereldtoppers die positief testen op doping is afschuwelijk voor onze sport. Ik ben ontstemd.’
Twee wereldtoppers die positief op doping testen, is inderdaad afschuwelijk. Maar ik laat een oordeel over de mate van verwijtbaarheid daarvan toch liever aan het WADA over dan aan – of alle people – Nick Kyrgios.
BeantwoordenDoorsturen |