✍️ Herke van der Weij
ER ZIJN MEERDERE WEGEN….
Als proftennisser is er eigenlijk maar één doel, ook al beweren sommige spelers anders. Je wilt winnen en naar de top. Leuke bijkomstigheid van winnen is dat je er poen en punten voor krijgt. En laten die punten nou net weer heel handig zijn om vanzelf bij die top uit te komen. Welke top dat voor jou persoonlijk dan is en hoe je er komt is een heel andere vraag. Er zijn tenslotte meerdere wegen die er naartoe leiden. Welke afslag kan je nou het beste nemen vraag ik me af?
Sommige mensen zijn van het type “grote stappen snel thuis”, kijk bijvoorbeeld naar Serena Williams. Speelt 36 potjes tennis in 9 maanden, maar wint er wel gezellig 28. Met een paar grand-slam finales en nog wat andere leuke resultaatjes staat ze stevig in de top-10 en haalt ze misschien de finals ook nog wel. Datzelfde kan zo ongeveer gezegd worden van Andreescu. Speelt, mede door blessures slechts 9 toernooien dit jaar. Maar wint er wel even 4. En met een verhouding van 45 gewonnen partijen en slechts 5 (!!) verloren zal ze ook niet geheel ontevreden zijn.
Nee, dan Arantxa. Heeft dit jaar (mijn god ik kan het bijna niet geloven) 87 wedstrijden gespeeld, vaak op kleinere ITF toernooien. Tel daarbij op dat de gemiddelde wedstrijd tijd van Aran zo’n 2,5 uur is en je begrijpt dat ze haar uren dit jaar wel gemaakt heeft. Vervolgens wint ze in 9 maanden tijd wel mooi even 7 toernooien en staat ook voor het eerst in jaren weer in de top-100. Een mooie mijlpaal die (weer) bereikt is! Voor beide valt wat te zeggen, en het is natuurlijk ook een beetje gek om Arantxa te vergelijken met Serena Williams.
Kijk, als ik zo goed kon tennissen dan zou ik ook liever met 30 wedstrijden 2 miljoen bij elkaar meppen in plaats van daar 90 wedstrijden over te doen. Aan de andere kant: als ik dan tóch zo goed was zou ik nóg veel liever 90 wedstrijden spelen en daar dan 8 miljoen mee binnenharken, maar goed. Da’s even een ander verhaal. Stel dat het niet je doel is om nummer 1 van de wereld te worden maar om, laten we zeggen, top-100 te komen zodat je rechtstreeks wordt toegelaten bij grand-slams, wat is dan slim? Grotere toernooien spelen tegen betere spelers of juist kleine toernooien tegen mindere goden? Ik ben er nog niet helemaal uit.
Het lijkt makkelijker om in de top-100 te komen door alleen maar van spelers te winnen die buiten de top 250 staan (uitzonderingen daargelaten natuurlijk), maar hoe moet het dan verder als je, tegen de tijd dat je er eindelijk bent, alleen maar top-100 spelers tegenover je krijgt? Trek je dat dan een beetje of ga je vervolgens een losing streak tegemoet omdat het toch opeens een beetje een ander niveautje is? In de top-100 kómen is één ding, erin blijven iets heel anders. In dat opzicht zou je kunnen denken dat je toch beter een andere route kunt nemen.
Als je veel WTA en WTA quallies speelt raak je meer gewend aan het top-100 niveau. Duurt misschien wat langer voordat je er bent, maar tegen de tijd dat het zover is heb je misschien een grotere kans om er wat langer te kunnen blijven. Want het is natuurlijk mooi om als doel te hebben om de top-100 te halen, maar het kenmerkt de topsporter dat als een doel eenmaal bereikt is, er na 10 seconden een volgend doel wordt gesteld. Best slim om daar vooraf even over na te denken…
Lastig allemaal. Zelf zou ik kiezen voor de meest toekomstbestendige route. Of met zo min mogelijk wedstrijden zo veel mogelijk poen en punten bij elkaar slaan. Of nee, als ik heel goed zou kunnen tennissen zou ik met héél veel wedstrijden héél veel poen en punten bij elkaar raggen. Is een kwestie van tijd voordat je nummer 1 bent lijkt me. Let maar op Andreescu komende tijd….
Tot volgende keer!
Groet Herke