✍️ Herke van der Weij
GLUREN BIJ DE BUREN
Na één mooie lenteweek is iedereen wakker. Snél moeten alle gravelbanen speelklaar gemaakt worden, want we hebben haast. Geen idee waarom trouwens, want de competitie is nog even uitgesteld en trainen met meer dan 2 is nog niet toegestaan. Anyway: als koeien in de stal ruiken we het verse voorjaarsgravel en dan weet je het wel: we willen tennissen!
Na de lockdown willen we nog nét iets fanatieker tennissen dan in een ander voorjaar, wat enorm veel druk op de banen legt. Afhangen lijkt bij ons wel reserveren in een sterrenrestaurant. Als je vandaag inlogt kan je voor zondagmiddag nog wel een baantje boeken. De rest zit ramvol. Het lijkt godsakke wel alsof iedereen de hele dag zijn inlogsysteem loopt te refreshen om er snel bij te zijn!
Tijdens mijn dagelijkse, vrij lange en saaie “corona thuiswerk wandelingen” kom ik langs een aantal verenigingen waar er toch een iets andere bezettingsgraad lijkt te zijn. Namelijk: geen. Tenminste op dat moment. Dat bracht me op het volgende idee. Noem me maar simpel hoor, maar als ik een lege tennisbaan (of leeg park for that matter) zie en ik sta te popelen om te tennissen dan heb ik de rekensom snel gemaakt. Hoppakee ik betaal lekker 10 of 20 eurie per uur, bel mijn mattie en ga aan de slag op het baantje bij de buren! Dat zal zeker een paar keer gebeuren in deze periode en ik speel graag minstens 2 uur, dus die 200 eurie kunnen ze mooi besteden aan een paar bakken viooltjes voor de seizoensopening of een paar schalen bitterballen voor bij de clubkampioenschappen. Ik vind het een mooie win-win.
NOT! Kan niet. Tennissen voor niet leden is helaas niet mogelijk. Als ik wil tennissen moet ik lid worden en dan ik zo vaak als ik wil! Ja dat snap ik, dat is het idee van een lidmaatschap. Lukt trouwens op mijn eigen club niet altijd heel goed, maar dat terzijde. Maar “helaas”? Als je het zo erg zou vinden kán je er natuurlijk ook gewoon wat aan doen. Zoals Erik Poel ooit een keer mooi verwoorde toen ik nog in de ledenraad actief was: “De coniferen moeten naar beneden. Als mensen je niet kunnen zien, hoe verwacht je ze dan binnen te kunnen halen? Open up!” Stel je vereniging open voor iedereen, lid of niet lid. Love en worldpeace: het lijkt het songfestival wel!
Het past ook bij de individualisering van de sport en het consumptieve karakter van de sporter. Ik wil gewoon tennissen, ik betaal graag en daarna ga ik weer weg. Kind kan de was doen. Maar waarom is het dan zo verrekte moeilijk om dat te realiseren? Ik zie het op zóveel parken gebeuren. Als introducé ben je al een soort paria en checkt de fanatieke baancommissaris of je wel lid bent en of je wel je introducé pas hebt gekocht. Echt het warme welkom wat je iedereen wenst denk ik dan …
Waarom het niet altijd lukt is mij nog niet duidelijk. Bij binnensportaccommodaties kan je op wel 20 verschillende manieren ergens sporten. Commerciëlen zoals sportscholen voorop. Maar ook in tennishallen of andere locaties is het principe al heel erg ingeburgerd. Wat zien zij dat verenigingen nog niet altijd zien? Of wat beschermt de vereniging waardoor dit soort zaken niet altijd lukken?
Ik kan het je niet vertellen, maar wie het weet mag het zeggen. Er zullen echt voorbeelden zijn van plekken waar het anders gaat. Waar parken open zijn, vrijer toegankelijk en breder inzetbaar. Voor leden, niet leden én toevallige voorbijgangers. Toch?
Tot volgende keer,
Groet
Herke