DE BALLEN ER WEL OF NIET VAN SNAPPEN?

1631

Naast een tennisracket heb je nog een essentieel ding nodig om te kunnen tennissen. Een tennisbal. En die zijn er in vele soorten en gelukkig maar in een maat. En als er ook maar iets is waar het aan gelegen heeft dat je een partij verloren hebt, dan komen de ballen al snel ter sprake. Want waar de winnaar nergens over lult, zo zal de verliezer vaak op zoek gaan naar de redenen van de verloren partij. In de top 3 zal zeker de bal waarmee gespeeld is voorkomen. 

Wat is dat nou eigenlijk voor een ding? We gaan eens kijken of we daar een klein beetje duidelijkheid in kunnen scheppen. Op Wikipedia vonden we dit;

Een tennisbal is een bal die wordt gebruikt bij tennis. Er wordt tegenaan geslagen met een tennisracket en met de bal worden punten gescoord. Er zijn verschillende soorten tennisballen voor verschillende baansoorten en weertypen, maar de meest voorkomende kleur is fluorescerend groengeel met een lichtgekleurde kromme streep.

Waar moet een tennisbal aan maat en gewicht aan voldoen volgens de ITF;

  • De diameter van de bal moet tussen de 65,4 en 68,6 mm. zijn.
  • Het gewicht tussen de 56.0 en 59.4 gram.
  • De stuithoogte van de bal moet tussen de 1.38 en1.51 meter liggen als deze van een betonnen ondergrond van ongeveer 2.54 meter hoogte wordt losgelaten.

 Er zijn twee soorten gangbaar. Drukloos en Gasgevuld. In Engelse termen; Pressureless of Pressurised. Beiden hebben echter verschillende eigenschappen qua comfort en levensduur. Er zijn er die er meteen de sprint inzetten als ze te horen krijgen dat er met drukloze ballen gespeeld wordt en weer anderen vinden dat die gasgevulde ballen wel heel erg snel onbespeelbaar zijn. En dan zijn er nog de persoonlijke voorkeuren. Er zijn er die zweren bij de Dunlop Max TP, of de Wilson US Open of eender welk ander merk en type. En er zijn er ook die als ze alleen al de naam Tretorn horen -met hun veelal drukloze ballen- gelijk naar huis bellen en zeggen dat de prak de magnetron in kan en dat ze onderweg zijn. Is dat allemaal wel terecht? Nee, niet helemaal. Net zoals in de politiek, in relaties, in zakelijke belangen, in tennissnaren, of in wat al niet meer , je moet soms concessies -of in de volksmond ‘water bij de wijn’ doen. Zo is dat ook bij die gele dingen. We gaan eens proberen om wat pro’s en contra’s te benoemen.

Op de foto zie je uit wat voor iets een tennisbal gemaakt wordt. Dat begint meestal bij een stuk rubber. Daar wordt een halve cup van gemaakt, die heb je dus 2 nodig voor één bal en die worden aan elkaar gevulkaniseerd. Dat noemen ze de kern van de tennisbal. Bij een gasgevulde bal gaat er om voor de druk te zorgen nog een pilletje in, dan komt er soms nog een condoompje overheen en dan gaat er vilt omheen en klaar is Klara. We hebben een tennisbal.

qrf

In die kern van die tennisbal zit vaak al het verschil. In materiaal en in dikte. Want die kan naast van natuurrubber ook synthetisch zijn en dat kan dikker of dunner zijn. En in dat vilt dat om die kern gaat zit een héle wereld van verschil. Want dat kan, en nu weer een paar termen, een zogenaamde ‘Needle Felt’ of een ‘Woven Felt’ zijn. Verschil: Needle Felt lijkt net op een suikerspin. Ze sprayen er als het ware wat gele haartjes op (dat zie je gelijk want dat oppervlak is zo glad als een aal) en bij een Woven Felt wordt wol in combinatie met wat synthetisch spul gebruikt. Daar kun je ook met de verhoudingen nog wat lekker mee klooien en met de kwaliteit van de wol bijvoorbeeld. Maar het oogt allemaal wat ruwer, wat voller en wat hariger.  Als je nou bij de Action of Aldi of zo’n andere branche vervreemde low-budget winkel koopt, dan kun je er haast vergif op innemen dat we te maken hebben met een tennisbal met een synthetische kern en een Needle Felt viltlaag. Dan ook niet beginnen te miepen als dat ding alle kanten opvliegt, totaal geen gevoel heeft en geeft en amper stuit. Als je voor een dubbeltje op de eerste rang wilt zitten dan is dit wat je krijgt. 

Want wat bepaald nu de speeleigenschappen van een tennisbal?

Dat is de kern van de bal en de viltlaag. Als dat een beetje kosjer is qua combinatie dan hebben we het over een fatsoenlijke tennisbal. Leggen we meteen het verschil in drukloos en gasgevuld ook maar even uit;

Drukloze ballen of pressureless tennisballen. Het woord zegt het al. Er zit geen druk in die bal. Dat hebben ze ooit eens gemaakt omdat er geklaagd werd dat die andere type ballen wel erg snel zacht werden en we weer naar de plaatselijke sportzaak konden omdat we met die zachte ballen nog amper konden spelen en we weer eens iets wilden zien stuiteren. Die oude ballen gingen dan meestal naar de hond, maar werden ook vaak de wasmachine gestopt als er iets van een donsjack gewassen moest worden of eindigden op de trekhaak van de auto. In een drukloze bal kun je bij wijze van spreken een gaatje boren en dan stuitert dat ding nog. Die Zweden van Tretorn maakten daar lang geleden zelfs reclame mee. Dat merk staat dan ook hoofdzakelijk bekend om zijn drukloze ballen. Maar dat is al een tijdje aan het veranderen. Dus het voordeel van drukloos is een langere levensduur. Het nadeel, er zit minder gevoel en comfort in die bal. Hoewel ze dat grotendeels hebben ondervangen door de gebruikte materialen als natuurrubber en het gebruikte vilt.  Voor de echte doorsnee Nederlandse tennisser is dat vaak prima, daar deze slechts een paar keer per jaar wat geld hoeft uit te geven aan tennisballen. Er zijn er die er járen mee spelen trouwens. Of er in ieder geval nog mee proberen te spelen.

Aan een drukloze bal wordt ten onrechte het stempeltje gehangen dat je daar een tennisarm of andere vreselijke blessures van krijgt. Klinkklare klets. Het kan zijn dat je het niet fijn vind spelen, dat je dat POK POK geluid irritant vind, maar om te beweren dat je er blessures van krijgt, dat gaat ons iets te ver. Het zou wel kunnen zijn dat als je met die door velen benoemde ‘kanonskogels’ speelt in combinatie met een lekkere stugge plank en een dito stugge of totaal uitgeharde (polyester) tennissnaar, je wat last gaat krijgen. Dat zou best wel eens kunnen. Maar als je vraagt om ellende, dan krijg je ook ellende. Uit de hoek van spelers met de stugge controlrackets en de haast onbreekbare snaren komt vaak ook het meeste commentaar op een drukloze bal in casu dus Tretorn. Kan ook zijn dat die mannen en vrouwen opgegroeid zijn met pressurised of gasgevulde ballen en het dus ook niet gewend zijn. Een beetje competitiespeler heeft al van jongs af aan aan tig KNLTB toernooien meegedaan en die hebben met Dunlop natuurlijk een hele lange samenwerking. Dan is dat vertrouwd en je bent er aan gewend. Een doorsnee recreatieve speler heeft dat niet gedaan en wil veel voor weinig. Veel speeltijd met tennisballen voor weinig geld. Dan kies je voor drukloos. Water bij de wijn doen dus. Vraag wel in de sportzaak voor welke ondergrond je de ballen kunt gebruiken. Want ook daar zit verschil in. Niet iedere tennisbal rendeert goed op een bepaalde ondergrond. Wij kwamen ooit eens op een park waar ze kunstgras hadden en speelden met de drukloze Tretorn XLII. Een absolute NO GO! Dat type bal hoort thuis op een hele andere ondergrond en rendeert bijvoorbeeld het beste op indoor tapijtbaan. Dus hou dat in de gaten. Zeker met drukloos.  

Gasgevulde of pressurised tennisballen. Qua comfort het betere werk. Qua levensduur vaak niet. Dat pilletje waar we het eerder over hadden zorgt dat er druk in die bal komt. Maar aangezien rubber een natuurproduct is en poreus is, loopt die druk gaandeweg uit die bal. Die wordt dus zachter. Of je er nu mee speelt of niet. Dat is eventjes vol te houden, maar dan stuit dat ding amper nog. Dus kun je weer op pad voor een nieuw blik, of can, of tube. Daar zie je trouwens ook al aan met wat voor bal je te maken hebt. Drukloos zit vaak verpakt in een kartonnen doosje en gasgevuld in een tin, een can of een tube. Van blik of kunststof. Maar gasgevuld altijd met zo’n Unox leverpastei sluiting. Omdat die bal verpakt zit met onderdruk en die tennisballen tot leven komen als je dat blik opentrekt. Dat hoor je ook. Psssssttt gaat het dan. Ook een tip. Ga niet meteen met die bal spelen als dat blik net open is. Wacht even een half uur en laat de inhoud (de ballen dus) even acclimatiseren. Die moeten even op spanning komen of tot leven komen. Dan speelt dat het beste en heb je comfort en een goede stuit. Er zijn ook gasgevulde tennisballen in de handel verkrijgbaar waar iets van een membraam om zit (het condoompje). Dat zorgt ervoor dat de bal wat langer meegaat. Ook zijn er wel wat hulpmiddeltjes aan after-market verpakkingen te krijgen waarmee je de levensduur iets kunt rekken. Maar het voordeel is comfort en stuit. Mits dat vilt natuurlijk OK is. Want als dat in orde is heeft die bal ook een goede vlucht. Kun je er haast een waterpas langsleggen als die bal van je racketblad vertrekt. Er zijn ballen die gaan ‘floaten’. Gaan wieberen, een soort van voetzoekers, die van links naar rechts gaan en geen constante vluchtbaan hebben. Ook het vilt kan gaan pluizen. Vaak komt dat door gebruik bij te hoge luchtvochtigheid of regen of de kwaliteit vilt is gewoon bagger. Dan heb je in no-time van die fluffy ballen. We kennen de namen, maar we houden het netjes.

Kom je nou ergens zo’n wijsneus tegen die zegt; Spelen jullie wel met KNLTB goedgekeurde ballen? Dan heb je er al een te pakken die er op zeker de ballen niet van snapt. De meeste tennisballen hebben op de verpakking gedrukt staan ‘ITF Approved’. Dat is voldoende. De ITF bepaald de regels en niet de KNLTB. We kunnen ons nog wel herinneren dat het ‘KNLTB goedgekeurd’ vermeld stond en zelfs gedrukt stond op o.a. de HEMA tennisballen. Maar als je destijds iets van 8000 gulden aftikte aan de KNLTB dan mocht je dat van hen op de verpakking zetten of op die bal laten drukken. Dat was een marketing iets. Net als dat Erik Poel schrijft over de Dunlop KNLTB ballen . Dat is een marketingpraatje. Die twee partijen helpen elkaar. Niets mis mee, maar het is geen garantie dat je goed spul hebt of dat je met iets anders rommel koopt of wat niet aan de eisen voldoet. ITF Approved. Staat dat er op? Dan nergens over lullen en spelen met die ballen in wedstrijden, competities en toernooien. Officieel of niet officieel. De ITF kijkt niet of die bal lekker speelt. Die kijken of hij aan de gestelde criteria voldoet. Ook een bal die jij verafschuwd, maar aan de regels van de ITF voldoet, krijgt of mag die vermelding gebruiken. Staat dat niet op de verpakking vermeld dan laat ze maar gerust liggen. Voor de hond en voor de trekhaak en wasmachine prima dan, maar niet gebruiken in officiële wedstrijden en toernooien. Dus let er even op dat als je bij de Gamma/Praxis/Aldi/Action/Trekpleister/Scapino/Leen Bakker/Kwantum/Karwei/Blokker/Bart Smit etcetera etcetera voor weinig geld ballen koopt. Het zal geel en rond zijn, maar dan houdt het meestal rap op. Goedkoop is vaak duurkoop. Overigens geldt dat niet alleen voor tennisballen.

Wat valt er nog meer te vertellen. Oh ja … er zijn ook tennisballen in twee kleuren. Meestal geel met wit. Dan heb je te maken met trainersballen. Die twee kleuren zorgen ervoor dat de tennistrainer weet van wie welke bal is. Want staan ze naast hem op een baan te spelen en hij geeft les dan weten ze wat sneller van wie welke ballen zijn. Die zitten ook niet in kokers (of ze moeten ze omgepakt hebben), maar in plastic emmers. Ook wel buckets genoemd. Soms staat er naast de merknaam zelfs iets als coach of trainer opgedrukt. Het is niet aan te bevelen dat er wedstrijden en competities met dit soort ballen gespeeld gaat worden. Hoewel dit zeer waarschijnlijk wel voorkomt.

Ook een mooi hoofdstuk is het gebruik van zogenaamde Stage of Play & Stay tennisballen. Die zijn voor de jeugd. Er zijn 3 types. Stage 1, Stage 2 en jawel … Stage 3. Verschil in kleur en het allerbelangrijkste, verschil in stuit. Ballen hebben een lagere compressie. Nog steeds komen we de normale tennisballen tegen als er les gegeven wordt aan kinderen. Heeft totaal geen zin. Die stuit is heel anders (hoger) en die kinderen staan een beetje met hun rackets in de lucht te zwaaien in de hoop een bal te raken. Een normale tennisbal is ook zwaarder dan een Stage tennisbal.

Stage 3 is ROOD. Voor kinderen t/m 9 jaar Die bal is er in een foam versie en een vilt versie. Vilt verdient onze voorkeur.

Stage 2 is ORANJE. Voor kinderen van 8 t/m 11 jaar.

Stage 1 is GROEN. Verplicht in competities voor jeugd vanaf 10 jaar. 

Resumerend: Laat je goed adviseren bij de aanschaf van een belangrijk iets als een tennisbal. Maar beter nog, laat je sowieso altijd goed adviseren bij de aanschaf van je tennismateriaal. Het geeft je gewoon meer spelplezier en je voorkomt een hoop ellende en discussies op de baan als je je materiaal op orde hebt. 

Fijn weekend. De ballen!