COLUMN RONALD VAN DER HORST – PADEL

920

✍️ Ronald van der Horst

Om misverstanden te voorkomen, ik ben niet tegen padel. Als leraar lichamelijk opvoeding ben ik voorstander van bewegen. Het maakt mij niet zoveel uit waar iemand voor kiest. Als hij of zij daar maar plezier aan beleeft. Dat kan hardlopen zijn of een teamsport, maar net zo goed padel. Maar het gaat wringen als padel positief wordt afgeschilderd en tennis negatief. Zeker als dat gedaan wordt door een oud toptennisser.

Eén van de tennishallen in mijn buurt, Tennishal De Dors, houdt op te bestaan. Na 34 jaar als tennishal te hebben bestaan, wordt het een padel indoorlocatie met 7 padelbanen in plaats van de 4 tennisbanen. De Dors was een bijzondere hal omdat er kunstgravel lag en je dus ook binnen kon glijden naar een bal. De hal was benaderd door een groep investeerders die padelbanen exploiteert.  Met als uithangbord Ronald de Boer en John van Lottum. Zij mochten bij Beau aanschuiven om een promotieverhaal te houden voor padel. ”Padel is laagdrempeliger en je kunt het al na een paar lessen spelen.” Volgens John veel makkelijker dan tennissen. ”Waar beginners bij tennis, volgens John, meer bezig zijn met ballen rapen dan met tennissen.”

John was dan wel een goede speler, maar heeft nooit zijn trainersdiploma behaald. Laat staan dat hij aan beginners heeft lesgegeven. Want ook bij tennis kunnen de meeste beginners na een les al een rally met elkaar spelen. En met een simpele service, zelfs bovenhands, kunnen ze op het einde van de eerste les de bal in het spel brengen. ”Om te leren tennissen duurt 5 jaar en padel kan je al na 5 lessen.” Maar om het padel rooskleurig af te schilderen en het tennis als heel moeilijk komt John commercieel wel heel goed uit. Veel voetballers stapten de afgelopen tijd over naar het padel. Het gemis om met een team wat te kunnen doen, kon redelijk gecompenseerd worden door met een viertal te padellen. Meteen actie en de afstand lijkt een beetje op het bij voetballers geliefde rondootje. Maar als ik voetballers op een eerste les heb dan kunnen die meestal de bal ook wel redelijk inschatten en kunnen ze ook lange rally’s spelen. Zeker als ze starten met een oranje of groene bal. Waar dus het padel een podium krijgt om aan te schuiven bij een goed bekeken praatprogramma als Beau zie je niet een tennishallenbouwer die mag komen vertellen hoe leuk het tennis is en dat je in de winter ook plezierig indoor kunt tennissen zonder wind en regen.

En juist dat laatste aspect geeft een tennistrainer de mogelijkheid om een betere basis te leggen. Als er steeds meer tennishallen verdwijnen gaat dat ten koste van de ontwikkeling van jonge kinderen. Je kunt als trainer best buiten dynamische lessen geven, maar het technisch ontwikkelen gaat gewoon sneller en beter als je binnen kunt trainen met de kinderen. In vroegere tijden waren zelfs de bondstrainingen het hele jaar binnen.

Helaas zijn de bondstrainingen er niet meer. Het was een systeem dat dekkend was voor heel Nederland. Oorspronkelijk waren het districtstrainingen, later werden dat Bondstrainingen. Er waren districten die uit hele grote groepen bestonden zoals regio Zuid-West. Daar stimuleerden de spelers elkaar naar een hoger niveau. Maar er waren ook regio’s met kleinere groepen. Maar door meer aandacht van de trainer te krijgen konden die spelers ook groeien naar een hoger niveau. Bij de bekendmaking met de lijst van de geaccrediteerde tennisscholen valt op dat er na 31 augustus geen geaccrediteerde tennisschool meer is in Limburg. Ook Drenthe doet mee.  Het wordt tijd dat het tijdperk van geaccrediteerde tennisscholen overboord wordt gezet en er een totaal plan voor heel Nederland gemaakt wordt om jonge spelers overal zo goed mogelijk op te leiden.

Daar zijn hallen van groot belang voor. Misschien kan de KNLTB in plaats van het padellen te promoten beter  energie stoppen in het overkappingen van tennisbanen bij tennisverenigingen. Geef subsidie om dat mogelijk te maken. En zoek een ambassadeur, met liefde voor tennis, die dat wil promoten zonder direct daar aan te willen verdienen.

Voor de toekomst is het ook van groot belang dat de beste trainers op de jongste kinderen zitten. Dat zijn de pedagogisch en didactisch geschoolde trainers. Trainers die een onderwijs achtergrond hebben als leraar of onderwijzer. Juist de trainers van de Academie voor Lichamelijke Opvoeding (ALO) en de trainers van het CIOS hebben meer achtergrond. Het is daarom voor het Nederlandse tennis doodzonde dat je op die opleidingen niet meer de opleiding tot tennisleraar en tennistrainer kan volgen. Het wordt voor toekomstige talenten allemaal niet makkelijker. De uitholling die een aantal jaren werd ingezet wordt steeds erger. Het wordt tijd voor nieuwe bezems die weer zorgen voor een ommekeer om jonge spelers te ontwikkelen tot nieuwe Nederlandse topspelers.

Hopelijk krijgen we weer snel een Nederlands tennis idool die het tennis weer een impuls geeft. Botic van de Zandschulp laat zien dat het mogelijk is om naar de top honderd door te stoten met een hele knappe 5 sets overwinning op de nummer 20 van de wereld de Pool Hubert Hurkacz. Hopelijk werkt dat stimulerend voor een volgende generatie tennissers.

Met hartelijke tennisgroet,

Ronald