✍🏻 Ronald van der Horst
In het NRC van zaterdag 12 maart stond een interessant artikel over het geboortemaand effect bij voetbal. 62,3 % procent van de spelers in de Nederlandse profcompetitie werd geboren in het eerste half jaar. Daarvan was dan nog weer 34 % geboren in de eerste drie maanden. Als je in het laatste kwartaal geboren bent, heb je slechts 16 % kans om in de profcompetitie terecht te komen. Bij voetbal wordt er vooral gescout bij de wedstrijden. Daar vallen de fysiek sterkere spelers eerder op. Dat selectiesysteem wordt doorgetrokken van de amateurverenigingen naar de profclubs. In het voorbeeld in de krant werd de samenstelling van de selecties onder 16 jaar van de drie topclubs bekeken per kwartaal, respectievelijk 1e, 2e, 3e en 4e kwartaal
Ajax 10-4-2-2
Feijenoord 10-3-4-3
PSV 7-7-4-2
Dit geboortemaand effect blijft ook later bij de selecties van het Nederlands elftal bestaan. Terwijl het logisch zou zijn als uit elk kwartaal evenveel talent zou komen. Blijkbaar is het scouten zo ingericht dat de oudere spelers steeds hun stapje voor behouden in alle selecties.
De KNVB is nu met een plan gekomen om juist wedstrijden te organiseren voor spelers die geboren zijn in het 3e en 4e kwartaal en het 1e en 2e kwartaal het jaar erop. Het gaat er dan om te scouten of de spelers de potentie hebben om een goede speler te worden.
Voetbalvereniging Hercules in Utrecht heeft nu onder de 12 jaar alle selecties afgeschaft. Bij voetbal wordt er al heel vroeg gescout en geselecteerd. De selecties krijgen gediplomeerde voetbaltrainers en de afgevallen spelertjes krijgen een vader toegewezen. Hierdoor is het vaak onmogelijk om de achterstand in te halen.
Ook bij tennis is er in het verleden onderzoek gedaan naar het geboortemaand effect. Het blijkt dat ook bij tennis de geselecteerde kinderen meer uit het eerste kwartaal komen. Zij zijn meestal fysiek sterker en dat zorgt ervoor dat zij meer wedstrijden winnen. Meer wedstrijden winnen levert een hogere plaats op de ranglijst op. De selecties worden gebaseerd op de plaats op de ranglijst. Vroeger waren de bondstrainingen veel breder opgezet, waardoor er ook plaats was voor later in het jaar geboren kinderen. Die kregen dan dezelfde training van een gediplomeerde trainer. Hierdoor kon je later de achterstand inlopen. Zeker als het knokkers waren en de groeispurt zijn werk had gedaan, kwamen die spelers boven drijven.
Maar nu de bondstrainingen zijn afgeschaft, zou je daar ook iets nieuws voor moeten bedenken. Met bovenstaande wetenschap zou je in augustus en september een paar weken toernooien moeten organiseren met kinderen geboren tussen 1 juli tot eind juni het jaar erop. Misschien krijg je dan wel veel meer zicht op hoe talentvol kinderen zijn.
Aad de Mos vond het niet selecteren van jonge spelers een doodzonde. Juist door selecties waren spelers als Frenkie de Jong goed geworden. Vroeg oppakken en stap voor stap begeleiden vond hij.
Ik denk dat het belangrijk is dat talentvolle spelers opgemerkt worden door de tennisleraar. Het nieuwe Tenniskids TOF geeft aan wanneer je naar een volgende kleur kan overstappen. Dat is een manier om stapsgewijs spelertjes te ontwikkelen. Maar een speler die de bal netjes in kan brengen en een goede timing heeft en alle ballen met forehand of backhand kan terugslaan kan misschien al op 10-jarige leeftijd Junior Tour brons gaan spelen met een gele bal. Het gaat dus om de kennis en ervaring die een tennisleraar heeft in het Tenniskids tennis.
De basis is dat er technisch gewerkt wordt om de kinderen te kunnen blijven door ontwikkelen. Deze lesgeefvaardigheid aan jonge kinderen zou eigenlijk binnen de A-opleiding een plek moeten hebben om onder begeleiding van de docent praktisch te oefenen. Dat is nu uitbesteed aan een stageadres. Maar het is de vraag of daar voldoende basis gelegd wordt om met Tenniskids en Tenniskids TOF uit de voeten te kunnen. Een terugkeer naar rijtjes tennis in plaats van de kinderen samen te laten spelen lijkt dan ook voor de hand te liggen.
Het nieuwe Tenniskids TOF is een mooie nieuwe manier om jeugd te stimuleren. Alleen de minder talentvolle kinderen gingen vroeger met de stroom mee. Nu worden ze ermee geconfronteerd dat ze achterblijven. Het zou jammer zijn als kinderen hierdoor vroeg afhaken.
Het blijft een gemis dat de A-opleidingen niet meer op de ALO of het CIOS gevolgd kunnen worden. Daar worden leraren opgeleid die uitermate geschikt zouden zijn om Tenniskids TOF uit te dragen. Dan is de kans groter dat kinderen blijven tennissen. En daar zouden uiteindelijk vanzelf de talentvolle spelers boven komen drijven. Zaak is dat we zorgen dat kinderen vooral plezier behouden in tennissen. Misschien moeten we dan ook kritisch kijken naar de regeltjes. In de regels bij de groene competitie staat dat je de 1e en 2e service bovenhands moet serveren. Dat is op zich logisch als je alleen de hele route hebt gemaakt van rood, via oranje naar groen. Misschien moet je de regel wel veranderen naar “ Streven 1e en 2e service bovenhands”. Nu zijn er spelers en fanatieke ouders die het punt opeisen bij een onderhandse service. Een kind dat net begonnen is in groen wordt zo wel heel erg ontmoedigd. En we moeten proberen ook de later beginnende spelers het plezier van wedstrijden spelen mee te geven. Want misschien blijken ze wel heel talentvol en mogelijk geboren in december.