Column: Het NK en de democratie volgens de KNLTB

1013

✍️ Ronald van der Horst

De Nationale Kampioenschappen zijn in 2018 van Rotterdam naar Alphen aan de Rijn verhuisd. Dat leverde weliswaar een forse besparing op van rond de € 50.000 maar gelijktijdig was er ook minder aandacht voor het evenement. Onder de noemer van Masters werd er altijd TV aandacht aan het evenement besteed, vaak zelfs live de finale(s). Door het verplaatsen naar een week eerder viel het nu samen met World Cup schaatsen en wielrennen. Zodoende kreeg het Nationale Kampioenschap in 2018 voor het eerst geen aandacht bij de publieke omroep. Dit terwijl de deelname niet slechter was dan eerdere jaren. Het is maar de vraag of deze kostenbesparing wel opweegt tegen de mindere media en TV aandacht voor het tennis in het algemeen en het Nederlandse toptennis in het bijzonder. Want wat vinden bijvoorbeeld de KNLTB-sponsors van de verminderde aandacht en gaat dat op den duur niet veel meer kosten?

Dit is misschien wel het dieptepunt van het eigenzinnige bestuursbeleid van de afgelopen jaren. De Nationale buitenkampioenschappen werden afgeschaft door Rolf Thung omdat hij vond dat de Masters als Nationale (indoor)Kampioenschap meer status zou krijgen. Het tegendeel bleek waar. Veel voormalige toppers wonnen in hun jeugd hun eerste titel juist op gravel. De ondergrond waar de KNLTB op wil presteren en op welke ondergrond nu juist geen Nationaal Kampioenschap meer wordt georganiseerd door diezelfde KNLTB. Het spelen van ‘best of five’ bij de Nationale gaf extra bagage voor de jonge mannelijke spelers op weg naar de Grand Slams. Door het zeer ingekrompen deelnemersveld krijgen jonge spelers nu maar zeer beperkte mogelijkheden om zich met onze huidige (sub)toppers te meten. Hetgeen hen ernstig belemmert in hun doorgroei mogelijkheden. Ondanks al de argumenten om het buiten kampioenschap niet af te schaffen, drukte Rolf Thung als KNLTB voorzitter, toch door. Vroeger werd er zowel van de NK en de Masters verslag gedaan. De laatste twee jaar alleen van NK indoor of de oude Masters. En zoals reeds gezegd in 2018 helemaal niets. Tennis staat nu helemaal achteraan in de rij. Ver achter basketbal, volleybal of korfbal. Daar worden regelmatig wedstrijden uit de landelijke competitie op TV vertoond. Met bij het korfbal de finalewedstrijd live vanuit, vroeger Ahoy, en nu vanuit een barstensvolle Ziggo Dome. Dat het zover kan komen ligt mede aan de structuur binnen de KNLTB. Het bestuur heeft teveel macht en heeft de afgelopen jaren veel zaken doorgedrukt. Waarbij soms de vergadering met de Ledenraad moest worden geschorst om druk uit te kunnen oefenen en om een aantal leden om te praten. Maar de volgende actie is daarentegen nog veel erger.

Door publicaties van de notulen van 8 december 2018 en de agenda van 9 februari voor de Ledenraadsvergadering van de KNLTB werd bevestigd, wat ik in de wandelgangen al gehoord had. Alle democratische rechten van leden en verenigingen worden ten grave gedragen. Vanaf die datum is er geen enkele invloed meer van de leden en de verenigingen op het beleid van de KNLTB. De KNLTB is verworden tot een totalitair systeem. Zij laten zich adviseren door een zelfgekozen adviesorgaan. Mensen met een andere mening worden uit de partij gegooid. Ofwel ontslagen. Een ander geluid wordt niet geduld. De slager mag voortaan zijn eigen vlees keuren. De media staan al langer buitenspel. Vroeger waren de algemene vergaderingen van de KNLTB open en vrij toegankelijk voor de pers, tegenwoordig wordt de pers geweerd. Op de website van de KNLTB en social-media zijn alleen eigen propaganda teksten te vinden. Zeer zeker geen kritisch geluid.

Het ging al enige tijd niet goed met democratie binnen de KNLTB. Door het opheffen van alle districten moest de democratie met noodverbanden nog even in leven worden gehouden. De ledenraad doet nog hun werk tot 9 februari. Of individuele leden daarna nog terug kunnen keren is de vraag. Zij worden bedankt voor hun diensten en moeten naar een lidmaatschap van een nieuw adviesorgaan solliciteren. Dit adviesorgaan wordt een afgeslankte vorm van de huidige ledenraad. Verdeel en heers wordt daardoor nog makkelijker voor het bestuur en de directie van de KNLTB. De KNLTB keert hierdoor terug naar de situatie van voor de jaren 70 van de vorige eeuw. In de zeventiger jaren kregen de leden van de vereniging van de KNLTB het recht om hun stem te laten horen tijdens de Algemene Leden Vergadering. Dat wordt nu allemaal weer teruggedraaid. De nieuw te benoemen ”Ledenraad” is niets meer dan een eigen adviesorgaan van het bestuur. De enige connectie met leden is, dat de zittende mensen in het adviesorgaan lid moeten zijn van de KNLTB. Maar vertegenwoordiging van de leden en de verenigingen, is er totaal niet bij! De interesse in het reilen en zeilen van de ledenraad was de afgelopen tijd al sterk afgenomen. Kritische volgers als bijvoorbeeld Wouter Karsemeijer zagen het hopeloze van de situatie in en kwamen de laatste tijd al niet meer. Zij konden toch niets meer betekenen. Het bestuur deed toch hun eigen ding en luisterde niet meer naar de leden of naar de kritische geluiden uit het werkveld.

Ik hoop dat de ledenraad toch nog in overleg met elkaar gaat om de rechten van de leden en de verenigingen te beschermen tegen het besluit van het bestuur en dat ze het veranderingsproces kunnen vertragen en vooral ombuigen. Het bestuur zal wel weer tegen sputteren en dreigen met het schorsen van het debat. Dat was al eerder de tactiek. Ik hoop dat de ledenraadsleden het hun taak en roeping vinden om met hun laatste krachten de democratie binnen de KNLTB te redden. Verder hoop ik dat er nog tennissende advocaten zijn die zich in de zaak zouden willen verdiepen. Bijvoorbeeld over de vraag of de gang van zaken wel rechtsgeldig is. Conform de huidige statuten kan een besluit tot statutenwijziging zoals die nu op 9 februari behandeld gaat worden alleen in de officiële voorjaars- of najaarsvergadering genomen worden. De vergadering van 9 februari heeft deze status niet!

HELP. Is er misschien ergens een advocaat die zich geroepen voelt om de democratische rechten van de leden en de verenigingen van de KNLTB te behartigen?

Het zou tevens een mooie zaak zijn voor de pers. Want wat publiciteit kan doen bleek wel uit de publiciteitsgolf over de privacywetgeving bij de KNLTB. Een dreigende rechtszaak werd op het nippertje voorkomen door een schikking. Hoewel het naar de buitenwereld toe veel beter was geweest als de rechtszaak door was gegaan. Dat had waarschijnlijk veel meer duidelijkheid gegeven aan alle leden, over wat de KNLTB nu wel en niet mag doen met hun persoonlijke gegevens. Misschien is de pers ook voor de democratie binnen de KNLTB nog de enige redding. Anders moeten we verder leven met de herinnering hoe mooi, democratisch, het vroeger was.